“Je hoeft niet altijd hetzelfde pad te bewandelen om een functie bij de JD te krijgen”

Oh jee, de halve DEMO-redactie blijkt LB-ambities te hebben! Ondanks een piekfijn afgesteld integriteitskompas en dankzij een gebrek aan betere ideeën besluiten we Frouke van Dam (20), de huidige DEMO-hoofdredacteur en Philosophy, Politics and Economics-student in Utrecht, zelf maar te interviewen over haar plannen voor het voorzitterschap van de JD. Mocht dit interview alsnog een te rooskleurig beeld geven, dan komt dit puur en alleen doordat Frouke de interviewer voorafgaand aan het gesprek heeft omgekocht met ijs.

Jelrik Westra

Frouke, jij zou de eerste landelijk voorzitter sinds mensenheugenis zijn die niet daarvoor afdelingsvoorzitter is geweest.

“Ja, leuk toch? Het is juist goed om een blik van buiten te hebben. Ik krijg de vraag vaker: moet je niet eerst afdelingsvoorzitter zijn voordat je naar het landelijke gaat? Maar als afdelingsvoorzitter ga je meer over de interne, organisatorische kant, terwijl de landelijk voorzitter meer extern is gericht. Met pers en media heb ik ervaring. Je hoeft niet altijd hetzelfde pad te bewandelen om een functie bij de JD te krijgen.”

Welk pad is dat voor jou geweest?

“Op school deed ik mee aan een Model European Parliament dat zo slecht was geregeld dat ik het zelf maar ging organiseren. Het was heel leerzaam om dat op jonge leeftijd te mogen doen, maar ik heb daar ook veel fouten gemaakt en geleerd. Daarna ben ik actief geweest bij de werkgroepen van de Nationale Jeugdraad (NJR) en als persvoorlichter en beleidsadviseur bij het Interstedelijk Studentenoverleg (ISO).”

Welke fouten en lessen waren dat?

“Van nature hou ik veel bij mezelf en vind ik het belangrijk om controle te houden. Ik heb moeten leren om los te laten en dingen uit handen te geven.”

Met die ervaring rondom pers, waarom heb je je eigenlijk niet gekandideerd voor bestuurslid Pers?

“Ik heb ervaring rond persvoorlichting vanuit het ISO en mijn huidige stage bij het campagnebureau BKB, dus Pers was een logische keuze geweest. Maar dat is meer op de achtergrond, en ik wil mijzelf nu ontwikkelen tot iemand die ook voor de camera kan staan. Ook de combinatie intern-extern spreekt me aan. Je hebt als voorzitter een helikopterview over het hele bestuur. Ik ken nog niet alle kandidaten even goed, maar kijk ernaar uit om samen met hen het jaar in te gaan.”

Die helikopterview, komt die nog voort uit die drang naar controle die je noemde? Is er dan geen kans dat je het bestuurslid Pers gaat overschaduwen? 

“Een micromanager ben ik niet. Ik breng in het bestuur graag mijn kennis in, maar ik weet ook niet alles. Voor pers is het sowieso altijd belangrijk om een tweede oog te hebben. Het is belangrijk om van tevoren afspraken te maken over wie waar verantwoordelijk voor is.” 

Er is geen kandidaat-penningmeester. Welke gevolgen heeft dat voor de werklast op het komende bestuur?

“Dat komt wel goed. Ik ben zelf slecht met financiën, dus het zou fijn zijn als er bij het septembercongres iemand is. Maar de functie is nodig, en ook dingen die niet leuk zijn moet je samen oppakken.”

En in combinatie met jouw inzet op persoonlijk contact met de leden? Je ziet dat bij drukte dat contact vaak als eerste sneuvelt.

“Ik wil onze politiek adviseurs meenemen naar gesprekken met Kamerleden, inchecken bij afdelingsbesturen en bijspringen bij kennismakingen met nieuwe leden. Als je je leden niet betrekt bij de keuzes die je maakt werkt dat averechts, want dan ga je verkeerde dingen doen. Het wordt zoeken naar de balans tussen dat contact en de mentale gezondheid en werklast op het bestuur. Er gaat vanuit mij veel tijd worden ingestoken, dus ik hoop gezien te worden als een bereikbare voorzitter die veel voor de vereniging geeft.”

Vind je die erkenning belangrijk?

“Ik weet inmiddels genoeg van hoe het LB werkt om te weten dat je vaak geen erkenning krijgt voor wat je doet. Het is daarom extra belangrijk dat je binnen het bestuur elkaars inzet wel blijft zien.”

Laten we eens de inhoud induiken. Welke kant gaan we uit met de JD?

“Dat hangt af van de leden en de rest van het bestuur. Wat mij betreft zetten we in op kansengelijkheid. Armoede is in Nederland erfelijk. Kansen vanuit je ouders bepalen je schoolniveau, baan en netwerk. Ik krijg buikpijn van het hoofdlijnenakkoord, alle ambitie op dit vlak is weg. Er wordt bezuinigd op onderwijs en de maatschappelijke diensttijd. Daar moeten we een stevig geluid tegenover zetten. Maar als we dat verhaal geloofwaardig willen vertellen, moeten we de mensen die die kansen niet krijgen bij ons hebben.”

Ben jij wel één van die mensen?

“Ik heb veel van mijn ouders meegekregen. Mijn hele familie heeft gestudeerd en we houden allemaal van lezen. Ik volg nu een van de meest ontoegankelijke opleidingen van Nederland. Daar heb ik achteraf wel spijt van, want ik voel me niet thuis in die bubbel. Je kan er letterlijk betalen voor beter onderwijs, via kleinere groepen en meer contact met de docenten.” 

Hoe krijgen we de mensen die jij noemt wel binnen de JD?

“Door ons handelen en onze activiteiten op hen aan te passen. Laten we rond de ramadan eens een iftar organiseren. Of onze inspreekrijen op de congressen minder snel sluiten, want vrouwen denken langer na voordat ze opstaan. En de balans zoeken tussen iemand niet alleen uitnodigen omdat diegene vrouw of van kleur is, maar ook dat we niet alleen vier witte mannen op een podium zetten, zoals bij ons laatste wintercongres.

Je bent trouwens één van de slechts twee vrouwelijke kandidaten voor het LB.

“Dat is een reflectie van de diversiteit onder onze leden en ons kader. Ik kan het aantal vrouwen op kaderweekenden vaak op twee handen tellen. Qua diversiteit hebben we nog heel veel te winnen. Ik ben daarom blij dat Douwe Brandenbarg nu werk gaat maken van ons diversiteitsnetwerk.”

Hoe ga je dat verhaal over kansengelijkheid vertellen?

“In onze communicatie wil ik planmatiger aan de slag. We denken vaak vanuit het middel – er moet een opiniestuk komen, waar zullen we eens over schrijven? – maar dan raakt het doel uit ogen. Aan de interne kant wil ik inzetten op talentenontwikkeling: kansen bieden die mensen buiten de JD niet krijgen. Denk aan een mentorprogramma met oudere D66’ers, die op een breed scala kunnen coachen. Niet alleen voor wie de volksvertegenwoordiging in wil. Denk ook aan campagnevoeren of financing.”

Die relatie tussen JD en D66 staat nu wel onder druk.

“Ik weet niet of dat zo is, maar die relatie kan wel beter. Hans Teunissen voerde laatst campagne voor het LB van D66 met een filmpje over jongeren in de vereniging. Maar toen hij iemand van de partij vroeg naar het betrekken van jongeren, bleef de JD onbenoemd. Dat vind ik problematisch, want we zijn dé gesprekspartner als het gaat om jongeren binnen de partij. En D66 is belangrijk voor ons, want de partij is onze invloedssfeer. Andere jongerenorganisaties kunnen bij alle partijen gaan zitten, wij alleen bij D66.”

Hoe is jouw eigen relatie met D66?

“Ik heb nog weinig gedaan binnen D66, dus het is nog een beetje een broer die verder van me afstaat. Maar ik zou er wel graag contact mee willen.”

Je tegenkandidaat Rick heeft volgens mij al meer ervaring binnen D66.

“En ik heb weer andere ervaringen. Bij het ISO hebben we input geleverd bij PVV tot SP. Daardoor heb ik leren framen en andere partijen leren begrijpen.”

Tegelijkertijd noemde je zelf net dat onze focus op D66 moet blijven.

“Ja, maar door die eerdere ervaring weet ik wel hoe de verhoudingen tussen D66 en andere partijen zitten. Daarmee ook waarom D66 wel of niet ergens voor is. Ik snap hoe de politiek werkt. Daarnaast ben ik ook gewoon op de partijcongressen geweest, hoor.”

Vind je dat D66 alle voorstellen van dit kabinet met de PVV moet blokkeren, of…

“Nee!”

… of moeten we het kabinet per voorstel gaan beoordelen?

“Op bepaalde onderwerpen moet je ze een kans geven. Straks zit dit kabinet er vier jaar en ben je alleen maar blijven roepen dat je het niet met ze eens was. Dat werkt niet. Je moet de zorgen van kiezers die zich niet vertegenwoordigd voelen serieus nemen. Het zijn juist de mensen met minder kansen die op de coalitiepartijen hebben gestemd. Die kan je dom en racistisch noemen, en enkelen zullen dat zijn, maar hun zorgen zijn wezenlijk.”

Persoonlijk

Zou je nog steeds van de JD houden als het een worm was?

“Deze vraag is gelekt. Maar natuurlijk, alhoewel dat wel minder gezellig zou zijn.” 

Als je een playlist zou maken voor een JD-evenement, welke drie nummers mogen absoluut niet ontbreken en waarom?

Dakterras om Groningers bij de vereniging te betrekken, Oya Lélé omdat er een K3-liedje bij moet zitten en Mamma Mia! omdat er te weinig wordt gedanst.”

Welke serie op Netflix vertegenwoordigt het beste de intriges en drama’s binnen de  vereniging?

Modern Family.”

Als je de JD moest verkopen als een product in een reclamespot, wat zou de slogan zijn?

“Wij van WC-Eend.”


Bron foto: Verstrekt door geïnterviewde

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *