Intersectionaliteit is geen dommigheid

Zondag 12 november 2023 liep ik met tienduizenden anderen de klimaatmars in Amsterdam, die eindigde met een sprekersprogramma op het Museumplein. Eén van die sprekers was Greta Thunberg, boegbeeld van de wereldwijde klimaatbeweging. Kort voordat zij het podium opkwam, werd de toespraak van een Palestijnse activist afgebroken, nadat deze de leus “From the river to the sea, Palestine will be free” had geroepen en Israël een terroristisch land had genoemd. Niet lang daarna betrad Thunberg het podium. Ze verdedigde de uitspraken. “Als klimaatbeweging moeten we luisteren naar de stemmen van degenen die onderdrukt worden en vechten voor vrijheid en gerechtigheid,” zei ze. “Zonder internationale solidariteit geen klimaatrechtvaardigheid.”

Mees Schenk

Voor een man – in een jas van de waterschapspartij ‘Water Natuurlijk’ – ging dit te ver. Hij stormde het podium op, griste de microfoon uit Thunberg’s handen en riep: “Dit is een klimaatmars – geen politieke bijeenkomst!”

Het tafereel deed denken aan een sketch uit Van Kooten en De Bie. Hoewel ik me enigszins kon verplaatsen in waar die meneer vandaan kwam – op het eerste gezicht lijken Palestina en het klimaat ook twee verschillende thema’s – deed zijn boodschap mij wel gniffelen. Want wat is een klimaatmars anders dan een politiek protest? Wie moet er aangesproken worden, als het niet de politiek is? De elite? Shell wellicht? 

Kort geleden herhaalde zich dit tijdens het zogenoemde Rode Lijnprotest, waar op 18 mei 10.000 mensen een mars liepen door Den Haag om zich tegen de genocide in Gaza uit te spreken. Ook daar liep de precieze focus soms uiteen. Volgens activisten die leuzen riepen als “Free Palestine” kregen zij tijdens de mars opmerkingen naar hun hoofd zoals: “Daar gaat het nu toch niet over?”, en zo zou er door andere protestanten zijn gezegd dat het een mensenrechtenprotest was, in plaats van een pro-Palestina demonstratie. 

Als je de afgelopen jaren weleens bij een woon-, onderwijs-, klimaat-, of antiracismeprotest bent geweest, heb je ze vast gehoord uit de speakers en over de pleinen: leuzen die op het eerste gezicht weinig met het onderwerp te maken lijken te hebben. Uit eigen ervaring weet ik dat dit voor mensen die voor het eerst meelopen, verwarrend kan zijn. Ze herkennen de leuzen niet, en voelen zich soms meegetrokken in iets waar ze niet expliciet voor hebben gekozen.

In deze column leg ik uit waarom protest per definitie politiek is, wat intersectionaliteit betekent, en waarom het dus allesbehalve dom is om verschillende strijdpunten met elkaar te verbinden.

Intersectionaliteit voor beginners (en mannen in groene jassen)

In 1989 introduceerde jurist Kimberlé Crenshaw de term intersectionaliteit: het idee dat onderdrukking zelden op zichzelf staat. Dat verschillende vormen van maatschappelijk onrecht en ongelijkheid met elkaar samenhangen. 

Intersectionaliteit gaat dus over verwevenheid. Systemen van onderdrukking – zoals racisme, seksisme, kolonialisme, homofobie, kapitalisme en ecologische uitbuiting – kunnen niet los van elkaar bestaan, maar versterken elkaar. Neem bijvoorbeeld klimaatverandering: die raakt niet iedereen op dezelfde manier. Degenen die het minst bijdragen aan de CO₂-uitstoot – zoals bewoners van de Global south – worden er het hardst door geraakt. En ze hebben ook de minste politieke macht om zich ertegen te verzetten.

Door al die ongelijkheden buiten beschouwing te laten, krijg je een beweging die onbedoeld vooral opkomt voor mensen met de ruimte, middelen en veiligheid om bijvoorbeeld duurzaam te zijn. En laten die mensen nu meestal wit, westers en uit de middenklasse zijn.

“Free Palestine.” “No justice, no peace.” “Trans rights are human rights.” Ze klinken misschien als afleiding van het hoofdonderwerp, maar zijn juist een verbreding ervan. Ze roepen niet: let’s change the subject, maar wel: vergeet het grotere plaatje niet

De schijn van neutraliteit

Mensen die zeggen “ik ben tegen klimaatverandering, maar politiek hoeft voor mij niet” stellen feitelijk: ik wil wel iets doen aan de gevolgen, maar niet aan de oorzaak. Alsof je je huis wilt redden zonder de brand te blussen. Alsof je ‘voor het klimaat’ kunt zijn zonder iets te zeggen over koloniale extractie, fossiele subsidies of wie het hardst geraakt wordt.

Neutraliteit is geen onschuldige positie. Het is een keuze om mee te draaien in het bestaande systeem. Juist in een tijd waarin zoveel met elkaar samenhangt, is “ik wil niet dat het politiek wordt” misschien wel de meest politieke uitspraak die je kunt doen – en de minst doordachte.

Een intersectioneel protest is een slim protest 

Intersectionaliteit op protesten is niet dom. Het is misschien verwarrend, ongemakkelijk en confronterend – maar juist daardoor slim, scherp en noodzakelijk. We mogen best wat kennis en luisterend vermogen van onze mede-protestanten verwachten. Want wie verandering wil zonder conflict, verwart rechtvaardigheid met comfort.

Wie een klimaatmars bezoekt en zegt “ik wil hier geen politiek”, heeft het niet begrepen. Een klimaatmars zonder politiek bestaat niet. Of beter gezegd: dat ís politiek. Het is de keuze om alles bij het oude te laten, zolang het maar stil blijft. Geen gedoe. Geen leuzen die je niet begrijpt. Je van de domme houden. 

Ik ben van mening dat als we meerdere strijdpunten meenemen, dit ons wijst naar verandering die dieper gaat dan symptoombestrijding.


Columns van redacteuren vertegenwoordigen niet per se de mening van de DEMO of Jonge Democraten. Wil je reageren op dit stuk? Mail dan je reactie (max. 500 woorden) naar demoredactie@gmail.com en stuur een appje naar Adjunct-Hoofdredacteur Richard (+31 6 205 496 18)

Bron foto: Pexels free photo’s

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *