Hoewel ze een eigen zetel net heeft misgelopen, mag Marijke Synhaeve alsnog aan de slag als vervangend Kamerlid, nu zowel Ilana Rooderkerk als Hanneke van der Werf een tijd met zwangerschapsverlof zijn. Ze heeft geen tijd te verliezen, want in de jeugdzorg – een van haar portefeuilles – moet een hele systeemverandering teweeg worden gebracht. Wij spraken haar over haar plannen om haar Kamerperiode een onuitwisbare indruk te maken.
Jelrik Westra & Hanna Gonsalves
Marijke, de JD heeft jou misschien vooral leren kennen als oud-raadslid uit Nijmegen. Kan je vertellen hoe je daar terecht bent gekomen?
“Het is niet zo dat ik altijd al politiek actief wilde worden. Mijn hele werkzame leven ben ik vooral bezig geweest met hoe we kunnen zorgen dat jongeren niet direct drie-nul achter staan wanneer ze volwassen worden. Ik vind het namelijk fundamenteel onrechtvaardig dat jongeren die bijvoorbeeld uit de jeugdzorg komen op hun 18e of 21e minder kans hebben op een opleiding, baan of dak boven hun hoofd. In mijn carrière ben ik mij steeds meer gaan focussen op hoe we de jeugdzorg kunnen verbeteren. Dat wil ik doen vanuit de rol of positie waar mijn impact op die verbetering het grootst kan zijn, en dat was dus niet per se de politiek.”
Welke plek was dat voor jou?
“Op mijn twintigste ben ik bij Berenschot, een groot adviesbureau, gaan werken, omdat dat de enige plek was waar ik op die leeftijd direct managers en bestuurders van zorginstellingen en ministeries kon adviseren. Later ben ik een PhD-onderzoek begonnen in Glasgow naar de vraag hoe we meer kunnen doen wat ook een bewezen positieve impact heeft in de jeugdzorg.”
Het verhaal gaat dat je toen door Rob Jetten over een glas bier de Nijmeegse politiek in bent getrokken.
“Een collega bij Berenschot was voor D66 in een grote stad wethouder geweest. Zij raadde me aan om een keer een drankje te doen met Rob, die toen fractievoorzitter was in Nijmegen. Politiek vond ik niks voor mij, met al die focus op de vorm. Maar van Rob kreeg ik de vraag of ik actiever wilde worden door mee te werken aan het verkiezingsprogramma. Dat is inhoud, dus dat vond ik leuk. Daarna werd ik gevraagd of ik ook kandidaat voor de gemeenteraad wilde zijn en kwam ik heel hoog op de lijst. Daaruit bleek voor mij dat ze me daar dus ook heel graag wilden.”
“Voor mij was het raadwerk een manier om mijn impact het grootst te maken.”
Marijke Synhaeve
Hoe heb je jouw raadsperiode in Nijmegen ervaren?
“Voor mij was het raadswerk toen ook weer een manier om mijn impact het grootst te maken, omdat ik raadslid werd vlak nadat de jeugdzorg werd gedecentraliseerd (een taak van de gemeenten werd, red.). Je was echt als raad aan zet voor belangrijke stelselkeuzes. En het was ook gewoon een hele leuke tijd. Jullie kennen Léonie (JD-voorzitter 2020-2021, red.), jullie kennen Sophie (JD-secretaris 2020-2021, red.), dat zijn gewoon leuke mensen.”
Kan je die impact nu het beste maken in de Tweede Kamer?
“Vanuit de verschillende rollen die ik had – adviseur, raadslid, wetenschapper – merkte ik steeds vaker dat je Den Haag nodig hebt als je het verschil wil maken. Dus bij deze verkiezingen dacht ik ook: ‘Ik wil niet meer vanaf de zijlijn input geven.’ En ik ben heel blij dat die kans me ook geboden wordt, ook dankzij zoveel JD’ers. Het was natuurlijk een stukje makkelijker geweest als ik vier jaar had gehad, dan had ik net wat meer tijd om dingen te realiseren.”
Je mag nu aan de slag met de portefeuille Jeugd. Veel JD’ers weten misschien niet wat hier precies onder valt, dus kan je ons daar in meenemen?
“Jeugdzorg gaat over alle jongeren die een zorgvraag hebben die niet-medisch van aard is. Ook alles rondom de justitiële jeugdketen zit daarbij, dus jongeren die een delict hebben gepleegd of in aanraking komen met de rechter. Maar ik doe ook alles rondom bijvoorbeeld pensioenen en toeslagen.”
Kunnen die portefeuilles elkaar versterken? Financiën zijn vaak net zo belangrijk voor de mentale gezondheid als goede jeugdzorg.
“Als je je zorgen maakt over of je je kinderen morgen te eten kan geven, kan je niet bezig zijn met goede traumatherapie. In Nijmegen zijn we bijvoorbeeld eerst in gaan zetten op het oplossen van schulden bij gezinnen, en daarna pas op alle andere problemen die kunnen spelen. Die ‘doorbraakmethode’ wordt nu over het hele land uitgerold. Maar ik denk dat we in Den Haag nog veel meer vanuit die losse kokers denken en werken.”
D66 wordt waarschijnlijk na zes jaar weer een oppositiepartij. Wat betekent dat voor jouw rol als Kamerlid?
“Je streven blijft natuurlijk onveranderlijk, net als de idealen van waaruit je werkt. Het is alleen ook duidelijk dat het vanuit een oppositierol vaak gewoon een stuk moeilijker is om dingen voor elkaar te krijgen. Zeker voor voorstellen die nu heel veel geld kosten. Maar, ehh.. het eigen risico is een paar weken geleden natuurlijk ook afgeschaft. Dat gaat miljarden kosten, die de belastingbetaler toch ergens van moet opbrengen.”
Je bent niet het eerste Kamerleden dat zich profileert rondom de jeugdzorg. Wordt het met bijvoorbeeld Lisa Westerveld (GL-PvdA) samenwerken of concurreren?
“Ik ben Lisa natuurlijk tegengekomen in verkiezingsdebatten. We hebben samen podcasts opgenomen over het verbeteren van de jeugdzorg en kennen elkaar uit het Nijmeegse. Dus ik voel geen concurrentie bij haar, en vermoed dat voor Lisa hetzelfde geldt. Als je kijkt naar de enorme opgaven voor de jeugdzorg, horen GL-PvdA en D66 bij de weinige partijen die zeggen dat de bezuinigingen voor de jeugdzorg teruggedraaid moeten worden.”
De vorige coalitie, waar D66 deel van uitmaakte, wilde inderdaad een half miljard bezuinigen op de jeugdzorg en daar onder andere een eigen bijdrage voor invoeren. Dat plan gaat nu van tafel?
“Ja. In de vorige coalitie kwamen we uiteindelijk uit op een half miljard. D66 heeft daarvoor moeten onderhandelen, want het was anders bijna een miljard geweest. Dat vonden we te hoog. Het liefst hadden we dat dat naar nul ging, maar dat ging niet in een coalitie van VVD, ChristenUnie en CDA. In ons eigen verkiezingsprogramma zeggen we nu dat wat ons betreft die hele bezuiniging eraf gaat.”
Hoe denk je dat de partijen die nu aan het onderhandelen zijn met de jeugdzorg om zullen gaan?
“Nieuw Sociaal Contract zegt in hun verkiezingsprogramma dat zij niet achter de Hervormingsagenda Jeugd (een in 2023 gesloten akkoord om de jeugdzorg ingrijpend te hervormen, red.) staan, maar schetsen geen concreet alternatief. Die Hervormingsagenda is natuurlijk niet perfect, maar het is wel het beste dat veel partijen met elkaar op tafel hebben gezet. Ik denk dat het absoluut niet wijs is om dat dan zomaar in de prullenbak te gooien.”
“Het is best ongemakkelijk als maatschappij om te moeten erkennen dat het met 1 op de 9 jongeren niet goed gaat.”
Marijke Synhaeve
Het jeugdhulpgebruik is de afgelopen decennia heel hard gestegen. De cijfers over de mentale gezondheid van jongeren zitten tegelijkertijd op een dieptepunt.
“Er is heel veel over gezegd en geschreven. Kijk je naar de cijfers, dan kreeg twintig jaar geleden 1 op de 27 kinderen jeugdzorg, wat nu 1 op de 9 is. Als we zo doorgaan wordt het maar liefst 1 op de 4. Misschien moet ik beginnen met waarom ik denk dat het onderwerp ondergesneeuwd is. Er wordt vaak gezegd dat jeugdzorg zo technisch en ingewikkeld is. Dat is het ook, maar ook technisch ingewikkelde dingen kan je makkelijk uitleggen. Ik denk daarom dat er ook maatschappelijk ongemak inzit. Het is best ongemakkelijk als maatschappij om te moeten erkennen dat het met 1 op de 9 jongeren niet goed gaat. Er wordt vaak een technisch argument gebruikt, terwijl er ook een argument rondom dat maatschappelijk ongemak zit. Tegelijkertijd denk ik dan, ook als het gesneeuwd heeft, gaat het een keer dooien.”
Wat is volgens jou dan de verklaring achter die cijfers? Wat gaan we onder de sneeuw aantreffen?
“Jongeren zijn niet ineens heel veel ingewikkelder geworden. We leven volgens mij in een enorme prestatiemaatschappij, die nog eens wordt versterkt door social media. Het hangt heel erg van jouzelf als individu af hoe succesvol je bent. We zien dat meer ouders uit elkaar gaan vaker, ook in vechtscheidingen. Dat helpt niet voor de mentale gezondheid. Daarnaast heb je ook het stuk over hoe we de zorg daarvoor in Nederland hebben georganiseerd. Los van dat het verschrikkelijk is om bijvoorbeeld tweeënhalf jaar op een wachtlijst te staan, worden de problemen meestal ook niet minder in die tweeënhalf jaar.”
“Elke jongere die nu een hulpvraag heeft, heeft recht op ondersteuning. Het kan niet zo zijn dat we daar jongeren van uitsluiten.”
Marijke Synhaeve
Demissionair staatssecretaris Van Ooijen zei daarover in een opiniestuk dat jongeren en kinderen minder snel naar de psycholoog moeten. Hoe kijk jij naar die uitingen?
“Ik snap de boodschap die hij wil afgeven, maar ik had daar denk ik andere woorden voor gekozen. Door aan een hele groep die wel degelijk een probleem heeft te vragen niet naar een psycholoog te gaan, gaan de problemen niet weg. De toename van jeugdzorg is niet houdbaar. Elke jongere die nu een hulpvraag heeft, heeft recht op ondersteuning. En soms moet dat in de vorm van zorg zijn, en soms op een andere manier. Dus het kan niet zo zijn dat we daar jongeren van uitsluiten.”
Wat is volgens jou wel de juiste lijn hierin?
“We zijn nu te veel gericht op zorg, terwijl het meer moet gaan over gezondheid. Als je mensen vraagt hoe zij gezondheid ervaren, blijkt dat 90% gaat over zaken buiten zorg. Dan hebben we het over zaken als of iemand een woning kan krijgen, of het sociale netwerk sterk genoeg is. We moeten kijken naar andere oplossingen dan de standaard reflex van zorg ergens in pompen.”
Zie je ook vanuit je rol als wetenschapper dat er iets mist in de onderbouwing van het jeugdzorgbeleid?
“We denken het als politici vaak beter te weten, en dat is gewoon niet zo. Ofwel omdat er vanuit de wetenschap echt al veel over bekend is, ofwel omdat we niet goed luisteren naar de mensen om wie het echt gaat. Ik denk dat elke politieke partij daar beter in kan worden. In mijn PhD-onderzoek kijk ik nu bijvoorbeeld naar jeugdigen die een delict dreigen te plegen, of die net een eerste delict hebben gepleegd en misschien risico lopen om een zwaarder delict te plegen. Daarin heb ik gekeken welke interventies in deze specifieke context wetenschappelijk bewezen effectief zijn. Dan zie je dat de inzet en versterking van het netwerk dat al in de wijk waar zo’n jongere woont zit, vaak veel effectiever is dan het van buitenaf inzetten van jeugdprofessionals. Dat laatste doen wij nu juist heel vaak in wijken waarin het minder goed gaat. Tegelijkertijd weten we vanuit de wetenschap dat op dat moment het sociale netwerk rondom een jongere in nood snel in elkaar zakt omdat ze zich niet meer nodig voelen.”
Dit klinkt ook wel een beetje als het gedachtegoed van het CDA. Hoe onderscheidt dit idee zich van de focus van het CDA op het versterken van de gemeenschapszin?
“Het CDA laat het allemaal om gemeenschapszin draaien. En ik wil het om het individu laten draaien, maar wel erkennen dat dat individu onderdeel uitmaakt van een groter geheel. Het is mij erop gericht dat dat individu alle kansen krijgt om zich optimaal te ontwikkelen, ook als die met drie-nul achter staat. Dat is denk ik wel een wezenlijk andere aanvliegroute.”
“Daarnaast gaat het ook om dat ene lid dat zich niet goed voelt. Je hoeft niet elkaars hulpverlener te zijn, maar wees wel een steunend netwerk voor elkaar.”
Marijke Synhaeve
Met nog vier maanden in de Kamer te gaan, welke concrete stappen ga jij zetten voor de systeemverandering die je beschrijft in de jeugdzorg?
“Ik moet niet de illusie hebben dat ik in vier maanden die systeemverandering kan verzorgen. Ik hoop wel dat ik er een aantal mooie stappen toe kan zetten. Door een keer een mooi opinieartikel te schrijven, of door ervoor te zorgen dat we het in de begrotingsdebatten over volksgezondheid niet alleen over medische zorg hebben, maar ook over die andere zorgvormen, zoals jeugdzorg. Begin met zaadjes planten en met een aantal hele concrete voorstellen te komen. Ik heb een lijstje van zes of zeven dingen die ik goed geregeld wil hebben. Zo kunnen jonge meiden die in het geheim in de jeugdzorg worden geplaatst, bijvoorbeeld bij dreiging van eerwraak door hun ouders, praktisch geen medische hulp krijgen doordat hun ouders via de zorgverzekering kunnen zien waar ze geplaatst zijn. Dat is bij uitstek een situatie waardoor ik denk dat ik – ook binnen een korte tijd in de Tweede Kamer – iets kan betekenen.”
Heb je ook concrete voorstellen voor hoe de JD zich in kan zetten voor jeugdzorg?
“Het onderwerp aandacht geven, zoals jullie nu doen door het op de voorpagina van de DEMO te zetten, is al goud waard. Het agenderen en op de kaart zetten, ook bij D66, helpt ook. Daarnaast gaat het ook om dat ene lid dat zich niet zo goed voelt. Kijk naar hoe je een setting binnen de vereniging kan creëren om het daarover met elkaar te kunnen hebben, zonder dat ongemak te problematiseren. Je hoeft niet elkaars hulpverlener te worden, maar wees wel een steunend netwerk voor elkaar.”
Bron foto: Rick van den Toorn
Dit artikel is gepubliceerd in het DEMO-wintermagazine.
