Nu de schok van de verkiezingswinst van de PVV langzaam bij progressief Nederland indaalt, is het belangrijker dan ooit om erkenning te geven aan iets dat al lang ondergesneeuwd lijkt te zijn; de overeenkomsten tussen de progressieve partijen in Nederland. Juist nu Nederland richting fascisme dreigt af te glijden, is samenwerking van de progressieve partijen hard nodig. Het is tijd om die kleine verschillen definitief te overbruggen. Het is tijd voor een progressieve volkspartij.
Geschreven door Gijs Toussaint voor de DEMO-schrijfwedstrijd ‘Ondergesneeuwd’
Wie als JD’er of D66’er actief is op social media zal het vast zijn opgevallen dat je daar vaker ruzie maakt of in discussie vervalt met mensen die net iets links of rechts van jou in de progressieve bubbel zitten dan met oprechte fascisten. Dat social media ons in een eentonig algoritme persen en dat discussies voeren op het internet een verspilling van tijd is, zijn geen nieuwe observaties. Maar we staan te weinig stil bij wat dit met onze blik op het politieke speelveld doet, hoe wij naar onze bondgenoten kijken en wie wij als onze tegenstanders zien.
En dat terwijl het fascisme hier is. Die observatie lijkt te zijn ondergesneeuwd door Omtzigtiaanse eufemismen over de grondwet en het eeuwige two-sides fanatisme van de media, maar is niet minder waar. Als progressieven zijn we behendig in het bagatelliseren van de fascistische dreiging in Nederland en daarbuiten. We zijn geneigd te denken dat extremistische politici hun plannen niet door institutionele hindernissen heen zullen krijgen, dat kiezers bij de volgende verkiezingen zullen inzien dat het niet werkt, en dat dit alles progressieve partijen juist de kans zou geven om groter te worden dan ooit tevoren. Hoewel begrijpelijk en niet geheel feitenloos, belemmert deze reflex een heldere blik op een werkelijk probleem. Met figuren als Trump, Wilders en anderen zien we een zorgwekkend soort politicus opkomen. Ondanks de onderlinge verschillen is er één fascinerende constante: het idee dat één vermeende autochtone groep recht heeft op een betere positie in de samenleving, ten koste van een als minderwaardig beschouwde groep, en dat een krachtige leider nodig is om dat te bewerkstelligen.
Een echte dreiging dus en wat mij betreft is het tegengaan van die dreiging dé politieke missie voor progressief Nederland in de komende jaren. Dat vereist samenwerking van progressieve partijen die verder gaat dan ooit. GroenLinks en de PvdA hebben een goede eerste stap gezet en daarmee een voorzichtig eerste succes behaald. En hoewel veel D66’ers het er tegenwoordig niet graag over hebben, zou een progressieve volkspartij historisch gezien helemaal niet onlogisch zijn. Hans van Mierlo stond lange tijd een fusie met de PvdA voor en kreeg het bijna voor elkaar.
De tegenstand die Van Mierlo toen kreeg, lijkt veel op de weerstand die er nu bestaat. Maar we moeten de argumenten die worden genoemd tegen een fusie van progressieve partijen herkennen voor wat ze zijn: voor het grootste deel geschreeuw van de flanken. GroenLinksers die sociaal-liberalen en fascisten praktisch hetzelfde vinden of D66’ers die in Jesse Klaver reïncarnatie van Lenin zien, zijn misschien het luidst op Twitter, maar vormen geen stem van betekenis in welke partij dan ook. Zijn er dan helemaal geen inhoudelijke bezwaren tegen een meer innige samenwerking? Tuurlijk wel, maar wat de overwinning van Wilders laat zien is dat we ons de luxe van onze eigen veilige vleugel niet kunnen veroorloven. Leden van D66, Volt of GroenLinks-PvdA zullen aanvankelijk wellicht geconfronteerd worden met mensen die andere meningen en ideologische achtergronden hebben dan zijzelf, maar dit ongemak weegt niet op tegen de noodzaak van een werkelijk progressief front.
Dit klinkt misschien als een verhaal tegen ideologie, maar dat is het niet. Als we de programma’s van de progressieve partijen naast elkaar leggen, en kijken naar het land dat die programma’s opleveren, zien we hoeveel we op elkaar lijken. Wanneer we de campagnetrucjes en ruzies op Twitter wegdenken, blijven er vooral overeenkomsten over. Dat betekent niet dat er geen verschillende grondslagen zijn. De conclusie van onze overeenkomsten zou niet moeten zijn dat de ideologieën dan blijkbaar hetzelfde zijn, maar dat wij in het huidige politieke landschap zo dicht bij elkaar liggen dat samenwerking het logische gevolg is. In de wereld die wij zelf en social media voor ons gecreëerd hebben, lijken discussies over kerncentrales of het eigen risico onoverkomelijke verschillen, maar de waarheid is dat ze absolute bijzaak zijn wanneer de behandeling van moslims als tweederangsburgers als serieuze optie op de formatietafel ligt.
Dus hoe gaan we een progressieve volkspartij tot stand brengen? Dat zal niet snel gaan. Het zal in ieder geval moeten beginnen bij meer samenwerking in de Kamer, daar is een aantal jaar in de oppositie een uitstekende gelegenheid voor. En, zoals alle mooie dingen, begint het bij onszelf. Dus voordat je de neiging hebt om iemand van DWARS op Twitter door je beeldscherm te sleuren, bedenk dan dat die energie waarschijnlijk elders beter besteed is.
Bron foto: Verstrekt door auteur
