Wie aan een Friese belangenvereniging denkt, denkt wellicht aan oude witte Friese mannen die voor de open haard klagen over de rest van het land. Niets blijkt echter minder waar. Sjirk Eldert Bruinsma (24) is sinds een paar weken voorzitter van deze ‘Ried van de Fryske Beweging’ en wil de rest van het land een positief verhaal brengen over de rijkdom van de Friese taal en cultuur. “Fryslân staat voor alles wat heel en mooi is.”
Frouke van Dam
Sjirk werd op zijn vijftiende al actief bij de Jonge Democraten. Zo deed hij bestuur bij de afdeling Fryslân en werd hij actief bij de gemeenteraad en Provinciale Staten. Vanuit die functies kreeg hij een plek aangeboden in de politieke commissie van de Ried fan de Fryske Beweging, de grootste belangenbehartiger voor de Friese taal en cultuur. Sjirk was als jonge politicus omringd door grote namen zoals staatssecretaris Aukje de Vries en voormalig Kamerleden Harry van der Molen en Lutz Jacobi. Samen pleitten ze in Den Haag voor het behoud van de Friese taal en de rechten van Fryslân. Sjirk vertelt: “Op een gegeven moment zei de voorzitter dat hij zou stoppen omdat hij zichzelf veel te oud vond. Hij was op dat moment in de zeventig en vond het tijd dat de nieuwe generatie het op zou pakken. Toen zag je alle ogen in de zaal naar mij toe gaan en zeiden mensen als Aukje, Lutz en Harry: ‘Sjirk, moet jij dat niet doen?’”
Zo werd hij deze maand op zijn 24e, zijn studie nog niet afgerond hebbende, voorzitter. “De Fryske Beweging verdient het om doorgegeven te worden aan een nieuwe generatie. Het Fries is inderdaad van heel veel oude mensen, maar ook van heel veel jongere mensen die ook opgroeien met de Friese taal. Wij als jongeren moeten het langst leven met die taal, dus dan lijkt het mij alleen maar logisch dat er een jongere aan het roer staat.”
Voor veel mensen uit de regio – de populaire benaming voor gebieden buiten de randstad – is een minderheidstaal of streekdialect van grote waarde. Zo ook voor Sjirk. “Het Fries is een onderdeel van diversiteit. Het is een deel van wie ik ben en van wie de Friezen zijn. Je moet jezelf kunnen zijn, op welk vlak dan ook.”
Om die reden vindt hij het ook belangrijk dat mensen de mogelijkheid hebben om zichzelf in hun moedertaal te uiten, juist wanneer zaken hen aan het hart gaan. Bijvoorbeeld in de rechtbank, waar het op dit moment vaak niet mogelijk is om je in de Friese taal te verdedigen, terwijl dit recht wettelijk is verankerd. “Dat is een heel kwetsbaar moment dat je leven kan bepalen. Dan zie je dat mensen zich dan het liefst in hun moedertaal willen uiten. Ze noemen Fries namelijk ook wel de taal van het hart. Ik vind het heel erg dat dat niet lukt,” aldus Sjirk.
Vanuit de Fryske beweging wil Sjirk zich hard maken voor deze rechten van de Friezen en de positie van Fryslân versterken. De kloof tussen de Randstad en de gebieden daarbuiten is groot en volgens Sjirk zelfs “institutioneel”. Geld voor cultuur of infrastructuur, wordt disproportioneel veel in de Randstad gestoken. Wie buiten de Randstad met het OV reist, wordt hier gelijk mee geconfronteerd. Zo is er bijna altijd wel wat aan de hand op het Zwolse spoor, een probleem wat in een Randstadgebied al lang opgelost zou zijn.
Sjirk ziet de oplossing hiervoor in de Lelylijn, het plan om een spoor tussen Lelystad en Groningen aan te leggen. Het voorstel is controversieel en zorgt op Friese kringverjaardagen regelmatig voor spanningen. Toch is bijna elke Fries het erover eens dat de Randstedelingen zich hierbuiten moeten houden. “Ik heb niks tegen Amsterdammers, maar er was een Amsterdamse stedenbouwkundige die paginagroot in een Friese krant vertelde dat Friezen er goed over na moeten denken of ze die lijn wel willen. Het kan namelijk tot meer huizen leiden. Alsof we iemand uit Amsterdam nodig hebben om daarachter te komen of daarover na te denken. Ik wil die Lelylijn juist zo graag om meer huizen te krijgen en onze stedelijke economie te versterken. Er zijn ook zeker Friezen tegen de Lelylijn en die zorgen snap ik ook, maar laat ons daar zelf mee dealen. Dat kunnen wij heel goed.”
Dat de Friese economie versterking kan gebruiken is al lange tijd duidelijk. In Sjirk’s ogen is er een disbalans in de Friese economie. “We hebben hier fantastische maakindustrie, maar er zijn vaak te weinig mogelijkheden om door te groeien.” Hij zou het liefst een technische universiteit in het Noorden vestigen, waardoor ook de top van de technische bedrijven in het Noorden opgeleid kan worden. Op dit moment worden deze mensen naar Zuid- en Oost-Nederland getrokken, waardoor technisch talent en technische bedrijven uit de noordelijke provincies verdwijnt. “Je zou dit heel breed moeten aanpakken, van onderwijs tot een wijkenaanpak. Er zijn veel slechtere wijken die opgeknapt en verduurzaamd kunnen worden. Als je in een tochtig huis woont en de gasprijs schiet omhoog, zit je enorm in de problemen. Dat is juist een probleem wat in het Noorden het meest speelt.”
Dit gebrek aan investeringen, waardering en begrip voor de waarde van de Friese cultuur, leidt in zijn ogen ook tot een gebrek aan vertrouwen in de politiek. “Juist in een regio als het Noorden, snap ik heel goed waarom mensen dat gevoel hebben. We worden ook achtergesteld. Ik wil een positief verhaal neerzetten over Fryslân, want dat we achtergesteld worden, betekent niet dat we minder zijn,” aldus Sjirk.
Deze positiviteit blijkt ook uit wat in de volksmond ‘de Friese paradox’ is gaan heten. Fryslân is één van de armste provincies van Nederland, maar telt ook de meest gelukkige mensen van Nederland. “Het gaat ons minder om geld. We snappen dat de waarde van het leven in de rijkdom van de mensen om je heen zit. Dat is voor mij ook de rijkdom van Friesland. Mensen doen wat voor elkaar en spreken elkaar aan. Dat verhaal wil ik juist vertellen. Als je dat positieve verhaal neerzet, krijg je ook een positief verhaal terug. Dan gaan mensen ook begrijpen waarom je juist moet investeren in de potentie in het noorden van Nederland.”
Bron foto: Verstrekt door geinterviewde.
