Geoorloofd Gepest?

“U kunt eisen tot u een ons weegt en dat zal in uw geval wel even duren”. Dat wierp Geert Wilders Frans Timmermans toe in het verhitte SBS6-debat. ‘TimmerFrans’ reageerde onmiddellijk: ‘Ja dat zal even duren ja’. Iedereen had de grap meteen begrepen. Frans Timmermans heeft overgewicht en dat hoort niemand voor het eerst. Toen Timmermans in 2019 boegbeeld was voor de Europese Verkiezingen, beeldde de SP hem af in zijn onderbroek terwijl hij gulzig taart naar binnen werkte. En toen het GroenLinks-PvdA kopstuk deze verkiezingen verklaarde geen miljonair te zijn, grapte Johan Derksen dat hij zijn geld zeker heeft opgegeten.

Richard Korpel

Vooral die laatste grap is veelzeggend. Hij slaat namelijk nergens op. Johan Derksen weet echter dat de lat niet hoog hoeft te liggen als het om dikke mensen gaat. Eigenlijk is het benoemen vaak al genoeg. Een foute grap hoort op zijn minst grappig te zijn, anders is het gewoon kwetsen. Een patroon van niet-grappige grappen waar toch om gelachen wordt? Die foute grappen zijn foute boel.

Het is ook tekenend dat Geert Wilders, zelfs in milde campagne-modus waar de handschoenen grotendeels aan bleven, zich dit kon permitteren. Er waren geen grappen meer over heksen en couscous, en geen grappen over de geaardheid van Jetten of het geboorteland van Yesilgoz. Maar een grap over het gewicht van Timmermans; dat was nog wel onschuldig genoeg. Wilders maakte in een later debat een vergelijkbare grap over gewicht. Wegens succes verlengd. 

Daarbij is de desgevraagde en verder enige reactie van Frans Timmermans bij Op1 ook veelzeggend: “Je leert ermee omgaan. (…) Wij die overgewicht hebben, weten dat je altijd ontspannen en met een lach moet reageren. Dat is de enige manier om op pestkoppen te reageren, anders geef je ze hun zin.” 

Politiek was dat waarschijnlijk het enige verstandige antwoord, maar ook hier is het opvallend dat de progressieve strategie in het geval van seksisme, racisme, xenofobie en homohaat heel anders is, namelijk benoemen en veroordelen. Opstaan tegen fatshaming is voor het GroenLinks-PvdA electoraat blijkbaar geen mobiliserende strijdkreet. Sterker nog, ook onder progressieven zijn er veel mensen die fatshaming helemaal niet zo erg vinden, of op zijn minst een noodzakelijk kwaad.

Ondergesneeuwde sneren

Vroeger stelde men dat vrouwen, LHBTI-plussers, niet-witte mensen of mensen met een beperking maar tegen een grapje moeten kunnen. Steeds vaker wordt echter de achteloze wreedheid en de stereotyperende werking van die grapjes benoemd. Mensen kunnen niets aan hun huidskleur of geaardheid doen. Al zou je dat wel kunnen: er is niets mis mee. En het is makkelijk te zeggen dat mensen maar een dikkere huid moeten kweken, als je diezelfde marginalisaties – en hun grotere gevolgen – niet dag in dag uit doorleeft.

Wie echter probeert om mensen met overgewicht ook onder die paraplu van compassie te krijgen, verliest een hoop mensen. Het heersende idee is namelijk dat mensen wel iets aan hun gewicht kunnen doen, dat dik zijn slecht is voor mens en maatschappij, en dat body positivity en opstaan tegen fatshaming die ongezonde levensstijl maar zou goedkeuren. Onze normen en waarden over dikke mensen zijn zodoende een blinde vlek.  

Temeer door het werk van fat activists zoals Aubrey Gordon – wiens talking points ik hieronder ga stelen – wordt steeds meer duidelijk hoe het gelijkschakelen van gewicht en gezondheid onnodig blijkt te zijn, en schadelijk is voor zowel dikke als dunne mensen. Steeds meer mensen komen erachter dat gewichtsverloop een complexe interactie is tussen lichaam en omgeving. Dat negen op de tien mensen niet langdurig gewicht kan verliezen en dat de mensen die dat wel lukt, niet automatisch gezonder worden. Steeds meer mensen zien dat het pseudowetenschappelijke BMI steeds meer voetnoten en variabelen nodig heeft om zichzelf te handhaven. Steeds meer experts hameren erop, dat de focus op gewicht en uiterlijk leiden tot eetstoornissen en slechtere mentale gezondheid, met name bij jonge meisjes. En tot slot: Steeds meer mensen merken dat we heel veel dingen over gezondheid en gewicht simpelweg nog niet weten.

En zelfs al vind je wel dat overgewicht op zich moet worden teruggedrongen, dan nog helpt fatshamen daar niet bij. Gewichtsverlies is moeilijk en wie mensen wil helpen moeilijke dingen te bereiken, moet ze niet gaan vertellen dat ze dom en lui zijn, dat anderen het blijkbaar wel kunnen en dat het allemaal hun eigen schuld is. De samenleving maakt het al aantrekkelijk genoeg om er op een bepaalde manier uit te zien zonder die trap na. We hoeven zeker niet bang te zijn dat we – God behoede – te aardig gaan zijn.

Bovendien: Ook al zou het voor negentig procent lukken om overgewicht te bestrijden, dan nog moeten we ons als samenleving afvragen hoe we met die andere tien procent omgaan. Zouden zij maar gebukt moeten gaan onder flauwe grapjes, onjuiste aannames en vernauwende stereotyperingen. Stel dat ook maar tien procent van de mensen met overgewicht er om genetische, medische of mentale redenen niets of weinig aan kunnen doen, hebben zij dan maar pech? Is het leed maar te klein om iets aan het onrecht te doen? Bij welke andere groep zou je dat pikken?

Zo lijkt de body-positivity movement twintig jaar achter te lopen op andere emanciperende bewegingen, en worden hetzelfde type tegenargument aangedragen die we, bijvoorbeeld bij etnisch profileren, niet zouden accepteren. Dat het wel meevalt met het probleem, of dat het dus ook ergens goed voor is. Misschien dat je veel van de claims in die lange alinea van net niet gelooft – er was ook niet de ruimte om ze allemaal te stutten. Maar net als andere blinde vlekken, zoals de bio-industrie of racisme, zal mettertijd met spijt worden teruggekeken op onze laconieke of zelfs vijandige houding.  

Want fatshaming goedkeuren is hetzelfde als pesten goedkeuren als middel om mensen sociaal-wenselijk gedrag aan te leren. Kleine kans van slagen en altijd met de nodige schade tot gevolg. Zijn er echt geen andere opties? Doen we fatshamen echt uit de goedheid van ons hart of voor de houdbaarheid van de zorg, of zoeken we gewoon een uitlaatklep voor dezelfde negatieve vooroordelen die we ook proberen uit te roeien als het om andere gemarginaliseerde groepen gaat. Uiteindelijk leidt fatshamen tot klein en groter leed. En we zijn beter dan dat. Geert Wilders misschien niet, maar de rest wel.

Politieke gedoogconstructie

Terug naar de politiek. Mensen met een hogere sociaaleconomische status hebben gemiddeld minder vaak overgewicht. In de landelijke politiek is die groep ruim oververtegenwoordigd. Oftewel: erg veel boegbeelden, waar mensen die worden gepest met hun overgewicht zich aan kunnen spiegelen, zijn er niet. En, zo blijkt uit de verkiezingen, als die er wel zijn, zijn die niet bereid voor hun identiteit op te komen. Niemand bleek bereid de strijd te voeren en dat is ook een signaal.

En dat signaal is, dat mensen met overgewicht heel makkelijk weggezet kunnen worden, dat je er maar beter niet tegen kunt verweren en dat afgezien van Stichting over Gewicht en het Voedingscentrum, niemand de pestkop daadwerkelijk te lijf wil gaan. Maar pesten wordt mede mogelijk gemaakt door de grote groep aan de kant die er – om redenen die voor henzelf vast heel logisch zijn – niets van zeggen. Hopelijk komt aan die gedoogconstructie snel een einde. 


Bron foto: Verkregen via Creative Commons License

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *